Bijles op de universiteit

Bijles wordt op de universiteit steeds normaler. Maar de bedrijven die achter de bijlessen zitten geven nauwelijks openheid van zaken. Ik onderzocht ze voor Folia.

In de wereld van bijlessen aan studenten gaan miljoenen om. De concurrentie is hevig, want aan iedere student is geld te verdienen.

In een chic maar door de tand des tijds geteisterd bedrijfsverzamelgebouw in Rotterdam Nieuw-West loopt Jaap Klok druk bellend door de gang van de twaalfde verdieping. Het kantoor waar hij leiding geeft aan een groep van tien twintigers biedt een magnifiek uitzicht over de Rotterdamse haven. Schepen varen af en aan, hijskranen takelen container voor container een schip leeg; de motor van de Nederlandse economie lijkt op volle toeren te draaien. Als je niet beter zou weten, zou je denken dat Klok vanuit zijn kantoor de inhoud van die containers al heeft verhandeld voor ze aan land zijn gekomen, maar niets is minder waar. Klok staat aan het hoofd van SlimStuderen.nl en Slim Media Groep, een van de grootste spelers op het gebied van bijlessen in Nederland.

Er is vrijwel geen enkele student die ooit de bazen van de bijlesbedrijven ziet. Wie zijn ze? En hoe gaat het er achter de schermen aan toe?

Big five
SlimStuderen.nl biedt samenvattingen, collegeaantekeningen en andersoortig studiemateriaal aan. De Slim Media Groep heeft verschillende handelsnamen waaronder ze beter bekend is: zo biedt het onder de naam ScriptieMaster scriptiebegeleiding aan voor universitaire en hogeschoolstudenten. Daarnaast is ze het moederbedrijf van Capita Selecta, het oudste grote bijlesbedrijf van Nederland. Samen met TentamenTrainingen.nl, Bijlespartner, Athenastudies en Dominus vormt Capita Selecta the big five van de bijlesbedrijven. Tezamen hebben zij het overgrote deel van de markt in handen. De schattingen over de omvang van die markt door die bedrijven zelf lopen uiteen van ‘iets meer dan een miljoen’ tot ‘ongeveer vijf miljoen euro’.

Volgens de verschillende aanbieders heeft de groei in de markt vooral te maken met het gegeven dat bijlessen op de middelbare school steeds normaler worden. Examentrainingen en extra bijlessen vlak voor de eindexamens zijn daar schering en inslag. ‘Daar worden tientallen miljoenen verdiend,’ vertelt Klok. ‘Dat is ook veel gemakkelijker: er zijn honderdduizenden scholieren die in totaal misschien 45 verschillende examens moeten maken. Op universiteiten zijn er faculteiten die per examenperiode meer verschillende tentamens hebben. En een statistiekvak in Amsterdam kan bovendien heel anders zijn dan een vak met dezelfde naam in Nijmegen.’

‘We hebben de bètavakken wel geprobeerd, maar daar was gewoon te weinig animo voor’

De bijlesbedrijven zijn dan ook vrijwel alleen maar actief bij de grote vakken op grote universiteiten. Bètastudies, kleinere humanioravakken en tandheelkunde worden bijvoorbeeld bijna nergens aangeboden. ‘We hebben de bètavakken wel geprobeerd, maar daar was gewoon te weinig animo voor. Op de een of andere manier werken onze bijlessen daar niet,’ vertelt Klok. De winsten worden vooral gemaakt bij grote struikelblokvakken als statistiek. Daarvoor komen soms meer dan honderd aanmeldingen.

Zelfstandige business
Dat was wel anders toen Capita Selecta in 1994 in Groningen werd opgericht. Destijds was het slechts een groep studenten die jongerejaars les gaf. ‘Nu is het een echte zelfstandige business geworden,’ zegt Klok. ‘Bijles nemen voor een moeilijk vak is geen taboe meer.’

Dat is ook af te zien aan de organisaties die de bijlesmarkt beheersen. Het zijn stuk voor stuk strak aangestuurde bedrijven met jonge mannen aan de top. Op de kantoren lijkt de sfeer van Amerikaanse start-ups te heersen. In aftandse ruimtes met rafelende vloerbedekking, aangekoekte tosti-ijzers en vieze koffiezetapparaten staren studenten met koptelefoons naar één of meer computerschermen. Toch gebeurt in die hoofdkantoren aan de Amsterdamse grachten of in Rotterdamse verzamelgebouwen niet het echte werk.

Dat gebeurt in universiteitszaaltjes of eigen lesruimtes door het hele land. Jaap Klok legt uit: ‘Hier op kantoor zitten de mensen die verantwoordelijk zijn voor de finance, de marketing en de communicatie. Maar buiten dit kantoor werken er nog meer dan vijfhonderd studenten voor ons.’

De grootste bedrijven zijn allemaal ongeveer op dezelfde manier ingericht, al verschilt de terminologie. In elke stad waar de bijlesfirma actief is, heeft ze een stadsmanager die het bruggenhoofd vormt tussen het landelijke kantoor en de cursusmanagers. Die cursusmanagers zijn allemaal verantwoordelijk voor een bepaalde studie, bijvoorbeeld rechten, psychologie of geneeskunde.

Illustratie: Marc Kolle

Vaak zijn dit ouderejaars of recent afgestudeerden die grotendeels bepalen hoe de verschillende cursussen er voor een bepaalde studie uitzien. Bovendien sturen zij de repetitors aan, die daadwerkelijk de bijlessen geven. In sommige gevallen zijn er ook nog faculteitsmanagers, die de tussenlaag vormen tussen stadsmanager en cursusmanager.

Hoewel de selectiecriteria voor deze big five verschillen, zijn cijfers vaak het eerste selectiecriterium om aan de bak te kunnen als repetitor. Bij sommige kom je bijvoorbeeld niet aan de slag als je voor een vak geen hoger cijfer haalt dan een zeven of een acht. Dat is niet zo bij Capita Selecta, zegt Klok. ‘Cijfers zijn bij ons niet doorslaggevend, want je kunt natuurlijk altijd een slechte dag hebben tijdens een tentamen. Wij kijken naar de motivatiebrief, het cijfer en het sollicitatiegesprek.’

Bij de meeste bijlesorganisaties volgt daarna een training, waardoor de kersverse repetitors hun kennis beter kunnen overdragen als ze voor de klasjes staan. Goede repetitors kunnen vervolgens cursusmanagers, faculteitsmanagers en stadsmanagers worden.

Kwaliteit waarborgen
Met die structuur proberen alle bijlesorganisaties de kwaliteit te waarborgen. Alle bijlesorganisaties onderstrepen namelijk dat kwaliteit de doorslaggevende factor is om succes te hebben in de branche. De meeste reclame verloopt immers van mond tot mond. Volgens Klok komen de meeste nieuwe klanten bij Capita Selecta binnen op aanraden van een vriend of medestudent. De bedrijven doen er naar eigen zeggen dan ook alles aan om zoveel mogelijk ‘checks op de kwaliteit’ in te bouwen. Klok: ‘Wij sturen iedereen die een cursus bij ons heeft gevolgd een evaluatieformulier. Als de cursus of de repetitor geen hoge beoordeling krijgt, gaan we met die repetitor in gesprek. Bovendien is een deel van de beloning van de repetitor afhankelijk van de kwaliteit die hij of zij levert.’ Dat verloopt via een bonusstructuur: ‘Wanneer onze repetitors in de evaluaties door studenten boven de acht scoren, komen ze in aanmerking voor een extra toelage.’

‘Als je alleen maar bijlessen geeft voor tentamens waar de slagingspercentages hoog liggen, hoef je niet veel te doen om een mooi percentage op je site te kunnen zetten’

Kwaliteit is echter niet het enige aspect waarop concurrentie wordt gevoerd. Voor studenten met een krappe beurs is ook de prijs belangrijk. En er zijn nogal wat manieren om met de prijs te spelen. Bijlespartner-directeur Jasper van Aalst zegt dat zijn cursussen relatief goedkoop zijn, omdat zijn bijlesdocenten ‘goed, maar minder dan elders’ betaald krijgen. ‘Er zijn bedrijven waar docenten meer verdienen en bij andere juist weer minder,’ voegt hij eraan toe.

Volgens Klok van Capita Selecta wordt de prijs elders gedrukt door grotere groepen te maken. ‘In onze reguliere bijlesklassen zitten altijd tussen de drie en twaalf studenten, enkel bij speciale lessen zoals crash courses laten we meer studenten per docent toe.’ Bij andere aanbieders zijn de klassen volgens hem soms twee keer zo groot. ‘Dan kun je een lagere prijs vragen, maar is er ook minder persoonlijke aandacht voor studenten.’

Slagingspercentages
Een heet hangijzer in de bijleswereld zijn de slagingspercentages. Wie je ook spreekt over bijlessen, als het over concurrentie gaat, komen vroeg of laat de slagingspercentages ter sprake. Een van de grootste aanbieders, Athenastudies, heeft een prominente plek op haar website ingeruimd voor het percentage bijlesstudenten dat uiteindelijk zijn of haar tentamen haalde. Dat is volgens Athenastudies 87 procent.

Binnen het wereldje gaat het verhaal dat dit percentage is gebaseerd op niet-representatieve steekproeven met niet-valide onderzoek. Er zou simpelweg wat worden rondgebeld, zonder onderzoek te doen naar de representativiteit. AthenaStudies laat schriftelijk weten dat die aannames ‘suggestief en niet-kloppend’ zijn en stelt dat er ‘geen sprake is van niet-representatief en niet-valide onderzoek’.

Capita Selecta publiceert die slaagcijfers bewust niet, vertelt Klok. ‘Het is zo’n loze kreet. Als 50 procent van de studenten die bijlessen bij ons volgde slaagt terwijl het algemene slagingspercentage 10 procent is, hebben wij goed werk geleverd. En als je alleen maar bijlessen geeft voor tentamens waar de slagingspercentages hoog liggen, hoef je niet veel te doen om een mooi percentage op je site te kunnen zetten.’ Om dezelfde reden houden ook andere bedrijven de slagingspercentages voor zichzelf.

Studentenorganisaties
Sinds een paar jaar is er bovendien een andere concurrentiemethode bijgekomen: het aanknopen van relaties met studie- en studentenverenigingen. Voor beide zijn er immers voordelen te behalen. Studieverenigingen hebben een ledenbestand dat goud waard is voor bijlesfirma’s en studieverenigingen willen hun teruglopende inkomsten uit sponsoring graag opvangen met een bedrag van de bijlesbedrijven. Dat is vaak een percentage van het bedrag dat het bijlesbedrijf krijgt aan inschrijvingen bij die betreffende studie. Het gaat daarbij meestal om bedragen van enkele duizenden euro’s die studieverenigingen ontvangen, blijkt uit een rondgang van Folia. Vaak is dat grofweg 5 procent van de begroting van een studievereniging. In ruil daarvoor krijgen de bijlesbedrijven allerlei mogelijkheden om zichzelf te promoten, zoals flyers, banieren of een aantal berichten op de Facebookpagina of in de nieuwsbrief van een studievereniging.

‘Bij onze studie maken bijna alle bijlesbedrijven een Facebookgroep aan voor eerstejaars. Dat is echt verwarrend als je hier net komt studeren,’ vertelt een voormalig bestuurder van de Vereniging van studenten in de psychologie te Amsterdam (VSPA). ‘Daarbij is vaak niet duidelijk dat een bijlesbedrijf beheerder van die groep is. In ons contract staat ook dat wij via de Intreeweek-mentors reclame moeten maken voor de Facebookgroep van het bedrijf waar we een contract mee hebben.’

‘Ik durfde nooit alleen naar een afspraak en had constant het gevoel dat ik op mijn woorden moest letten’

De voormalige VSPA-bestuurder noemt het bijleswereldje een battleground. ‘Ik heb toen ik bestuurslid was contact gehad met verschillende bijlesbedrijven, maar die mensen zijn zo gehaaid. Ik durfde nooit alleen naar een afspraak en had constant het gevoel dat ik op mijn woorden moest letten.’

Een andere bestuurder van een studievereniging noemt de bijlesbedrijven sneaky. ‘Ik heb twee keer onderhandeld met die bedrijven en pas de tweede keer doorzag ik de onderhandeltrucjes. Dat is het grote voordeel van de bijlesbedrijven: ze onderhandelen ieder jaar weer met de groentjes die net een paar weken of maanden bestuurder zijn van een studievereniging.’

Weer een andere studievereningsbestuurder vindt juist dat er goed contact is tussen haar vereniging en de bijlesfirma. ‘Eigenlijk zit onze hele studie bij Athenastudies; iedereen kent wel iemand die ervoor werkt. Zo kun je heel laagdrempelig contact hebben.’

Onderlinge banden
Goede repetitors worden soms gebruikt om mee te concurreren, vooral als ze een eigen achterban hebben. Een van hen is Hicham Boulahfa. Boulahfa haalde in 2014 de cover van Folia omdat hij honderden studenten gratis bijlessen gaf en extreem populair was. Tegenwoordig is hij afgestudeerd en werkt hij als trainingsmanager (vergelijkbaar met een cursusmanager) bij TentamenTrainingen.nl. Hij had ook aanbiedingen van andere bijlesfirma’s. Zijn baas bij TentamenTrainingen.nl is Martin Riesmeijer, die ooit onder Jaap Klok werkte bij Capita Selecta. Riesmeijer zette samen met de vier oprichters van de Delftse samenvattingenwebsite Studeersnel.nl het bijlesbedrijf TentamenTrainingen.nl op. Boven die twee bedrijven hangt tegenwoordig het moederbedrijf StuDocu, dat actief is in Australië, Canada, de Verenigde Staten en Spanje en waar beleggingsfondsen al meer dan een miljoen euro in investeerden.

De relaties tussen verschillende bijlesbedrijven beperken zich niet tot TentamenTrainingen.nl. Zo was de oprichter van Athenastudies eerst docent bij Bijlespartner en vertrok hij er vrij abrupt om voor zichzelf te beginnen. ‘Die relatie is moeilijk te herstellen,’ zegt Bijlespartner-directeur Van Aalst.

En dat is niet de enige manier waarop Athenastudies zichzelf berucht heeft gemaakt. Zo ontsloeg Athenastudies een paar jaar geleden een faculteitsmanager van een grote UvA-studie. Volgens de ontslagen manager, die kort daarvoor was begonnen, had dat te maken met een conflict over een repetitor. ‘Ze was een kennis van een van de mensen die boven mij zat in de organisatie en ze werd mij aanbevolen. Ze had het vak waarvoor ze werd aanbevolen zelf echter nog niet gehaald. Ik vond het onverantwoord om haar dat vak, dat ze blijkbaar zelf niet beheerste, te laten geven aan medestudenten.’ Na een e-mailwisseling en een heftig gesprek werd deze student niet ingepland. ‘Niet veel later werd ik de deur gewezen, zonder duidelijke reden. Ik heb uiteindelijk geen cent betaald gekregen, omdat ik werd ontslagen voordat de bijlessen daadwerkelijk gegeven werden en in mijn contract stond dat ik pas betaald zou worden na afloop van die bijlessen.’

De directie van AthenaStudies stelt schriftelijk in een reactie dat ze ‘geen idee’ heeft over welke situatie dit gaat, maar dat dit ‘geenszins onze stijl is’. ‘Het zal ongetwijfeld genuanceerder liggen,’ schrijft zij.

Alleen maar meer
Jaap Klok van Slimstuderen.nl verwacht dat er de komende jaren alleen maar meer studenten bijlessen zullen gaan volgen. ‘Dat heeft ermee te maken dat zoals gezegd bijlessen op een lager niveau, op de middelbare school, gemeengoed zijn geworden.’ Ook studieverenigingen zorgen ervoor dat bijlessen steeds normaler worden; zij moedigen het nemen van bijlessen immers aan. Klok: ‘Als je als studievereniging hoort dat een lid problemen heeft met een vak, dan denk je als bestuurder natuurlijk ook: die moet ik een bijlesje aanraden.’

En zo zal de markt voor de bijlesbedrijven gestaag blijven groeien. En hoe groter de markt zal worden, hoe meer de concurrentie zal toenemen.