Hoe veiligheid langzaamaan wordt geprivatiseerd

Buurtpreventie, whatsappgroepen, handhavers en private beveiligingsbedrijven – de staat deelt haar rol als verschaffer van veiligheid steeds meer met andere partijen. Wat voor effecten heeft dat? En is het typisch Nederlands of niet? Hoogleraar Rivke Jaffe (die vaak erg interessant onderzoek doet) en promovendus Carolina Maurity Frossard onderzochten het. Ik sprak met hen.

Hoogleraar Rivke Jaffe deed vijf jaar lang onderzoek naar de privatisering van veiligheid in Jeruzalem, Miami, Nairobi, Kingston en Recife. Het onderzoek in die laatste stad werd grotendeels uitgevoerd door promovendus Carolina Frossard. Een gesprek over vuile handen maken, de kracht van een uniform en buurt-Whatsappgroepen. ‘De enge persoon in Whatsappgroepen is altijd stereotiep: een man, van bepaalde afkomst, van een bepaalde leeftijd.’

‘Tien jaar geleden werkte ik aan de Universiteit Leiden, en ineens zag ik dat er beveiligingscamera’s geïnstalleerd werden. En nu zijn ze overal,’ vertelt hoogleraar stadsgeografie Rivke Jaffe (40). ‘Tien jaar geleden zaten er nog portiers of receptionisten bij de ingangen. Nu zijn het mannen en vrouwen met een V van een beveiligingsbedrijf. Tien jaar geleden had je gewoon een sleutel van je kantoor, nu moet je overal met een pasje naar binnen.’ Ze wil maar aangeven dat wie denkt dat haar onderzoek naar de groei van private beveiligingsfirma’s een ver-van-zijn-bedshow is, het verkeerd heeft.

Rivke Jaffe
Rivke Jaffe | Foto: Marvin Bartley
‘Ik denk dat het hier in Nederland twee oorzaken heeft,’ zegt ze. ‘Ten eerste is er een aanbod van dit soort bedrijven dat een vraag creëert. Je moet niet vergeten dat beveiligingsbedrijven er belang bij hebben om mensen het idee te geven dat ze onveilig zijn als je hun producten niet afneemt. Ten tweede is de aanwezigheid van bewakers en beveiligingstechnologie niet altijd effectief, maar het geeft veel mensen wel daadwerkelijk een veilig gevoel. Ik vind het zelf vervelend dat ik constant door camera’s word bekeken, maar er zijn studenten, ouders van studenten of medewerkers die er een veilig gevoel van krijgen. En als universiteitsbestuur wil je dan niet niets doen.’

‘In Brazilië, waar ik mijn bachelors deed, zijn de grote universiteiten echt openbare plekken,’ vult promovendus Carolina Maurity Frossard (31) aan. Zij onderzocht de private beveiligingsbedrijven in Recife, een grote havenstad in het noordoosten van Brazilië met de dubieuze eer in de top-50 te staan van steden met de grootste kans om vermoord te worden. Volgens Jaffe krijgen echter ook aan Braziliaanse universiteiten beveiligingsbedrijven voet aan de grond: ‘Op onze conferentie was er een wetenschapper die het had over geautomatiseerde toegangscontroles en een van zijn voorbeelden was de Universiteit van São Paulo.’

De conferentie waar Jaffe naar verwijst was het slotakkoord van een vijf jaar durend onderzoek waaraan Jaffe de leiding gaf. Aan het begin van die vijf jaar spraken we haar ook. ‘Waar ons onderzoek over gaat,’ zei ze destijds, ‘is hoe je gevoel als burger ten opzichte van de overheid verandert wanneer die niet meer verantwoordelijk is voor jouw veiligheid.’

Caroline Maurity Frossard
Het onderzoek is nu afgerond. Wat is het antwoord op de vraag?
Jaffe: ‘Het geweldsmonopolie is een centraal concept in theorievorming rond staten. Mijn aanname was dat de privatisering van veiligheid dus een belangrijke factor was in hoe mensen de staat zouden zien. Maar uit ons onderzoek blijkt dat er in dat opzicht niet per se een grote verandering is. In het verleden heb ik onderzoek gedaan naar criminele bendes op Jamaica en het bleek dat een van hun belangrijkste rollen in bepaalde wijken het bieden van veiligheid was. Ik was benieuwd: hoe kijken de mensen die bescherming hebben van een zogenoemde don, een bendeleider, naar de staat? Maar hoewel burgers dus afhankelijk kunnen zijn van zo’n don voor hun veiligheid, kunnen ze alsnog sterke loyaliteit hebben met hun natiestaat. Het is niet of-of.’
Frossard: ‘In Recife heerst de opvatting dat de politie nog steeds bij uitstek verantwoordelijk is voor veiligheid.’
Jaffe: ‘Dat is zelfs zo in Nairobi, waar de private organisaties vaak effectiever en beter werken dan de politie. Maar op veel plekken zijn particuliere beveiligers vaak minder goed getraind, ze krijgen minder betaald, ze worden minder betrouwbaar geacht dan de politie.’

‘In het algemeen kun je zeggen dat de private beveiligers vaak als hulpjes worden gebruikt voor klusjes waar de overheid haar handen niet aan wil branden, of waar agenten op neer kijken’

Is wel voor iedereen duidelijk wanneer iemand voor de staat of voor een privaat beveiligingsbedrijf werkt?
Jaffe: ‘Dat verschilt. Voor Palestijnen in Oost-Jeruzalem is het vaak gewoon “zij” – de Israëli’s – terwijl het in Miami bijvoorbeeld erg duidelijk is.’
Frossard: ‘In Brazilië is dat meestal ook wel zo. Het schemergebied zit daar vooral wanneer voormalige agenten zo rond hun veertigste met pensioen gaan en daarna hun eigen beveiligingsbedrijf gaan runnen. In het gemilitariseerde systeem van de Braziliaanse politie verlies je je titel niet. Ook al ga je met pensioen, dan mag je je nog steeds kapitein of kolonel noemen.’
Jaffe: ‘Datzelfde geldt voor Jamaica, waar de sector totaal is gedomineerd door voormalige legerofficieren. Vrijwel iedereen die uit dienst treedt richt een privaat beveiligingsbedrijf op en sommigen gaan zelfs nog dagelijks lunchen in de legerkantine, om te horen wat er speelt.’

Ik las dat in Miami politieagenten zich mogen laten inhuren om in hun vrije tijd, in hun uniform, met hun politiegeweer, dingen te beveiligen. Dat is voor gewone mensen toch niet te zien?
Jaffe: ‘Toevallig wordt dat nu een beetje afgebouwd. Conceptueel is het blurry, maar voor de wet is zo iemand een politieagent. Ook burgers zien een gewone agent, maar ik zou zeggen dat dit tegelijkertijd private beveiligers zijn. Ze worden uitbetaald op basis van hun politiecontract, maar ze werken op een moment en op een plaats waar ze niet zouden zijn als ze daar niet door een commerciële partij voor betaald zouden worden.’

Het bieden van veiligheid is van oudsher de hoofdtaak van de staat, zelfs in de nachtwakersstaat. De overheid heeft veel van haar taken geprivatiseerd. Is dit de volgende?
Frossard: ‘De definitie is vaak dat de staat de enige is die legitiem geweld mag gebruiken, in plaats van de enige actor die geweld kan gebruiken. Legitimiteit moet terug te leiden zijn naar de staat. En de legitimiteit komt, zelfs in dit soort constellaties waarin publieke en private organisaties samenwerken, in de ogen van het publiek nog steeds van de staat.’
Jaffe: ‘In Oost-Jeruzalem wordt de term legitimiteit door de Israëlische veiligheidssector niet zozeer gedefinieerd als legitiem voor de Palestijnse bewoners. Legitimiteit wordt ontleend aan wat verdedigbaar is ten opzichte van de internationale gemeenschap. Je ziet dat de Israëlische overheid de wat meer twijfelachtige ondernemingen, bijvoorbeeld de beveiliging van betwiste nederzettingen in de stad overlaat aan private bedrijven. Palestijnen zien dat vervolgens als illegitiem gebruik van macht of geweld. Over het algemeen kun je zeggen dat de private beveiligers vaak als hulpjes worden gebruikt voor klusjes waar de overheid haar handen niet aan wil branden, of waar agenten op neer kijken.’

‘Als je weet dat iemand van Bureau Toezicht maar iemand op een scootertje is met minimale bevoegdheden, neem je hem niet echt serieus’

Kun je die regel op een heel ander niveau ook toepassen op de bijzondere opsporingsambtenaren (boa’s) van Handhaving of Bureau Toezicht hier in de stad?
Jaffe: ‘Het is niet zo dat de politie hier erg gevreesd wordt, maar dit soort boa’s wordt over het algemeen minder gerespecteerd. Als je weet dat het gewoon maar iemand op een scootertje is met minimale bevoegdheden, nemen mensen hen niet echt serieus. Maar veel mensen weten hun specifieke status niet en zien iemand in een uniform dat op dat van de politie lijkt, met een logo dat er officieel uit ziet. Dat is allicht ook bewust, om hen een soort legitimiteit te verschaffen.’

Er is nog een tweede hoofdvraag in dit onderzoek, zo vertelde je vijf jaar geleden. Hoe beïnvloedt de groei van de private beveiligingssector ongelijkheid?
Jaffe: ‘Ik denk dat je niet kunt zeggen dat de groei van private beveiligers in Nederland en elders in de wereld per se ongelijkheid creëert, maar wel dat het op heel veel verschillende manieren bestaande ongelijkheden reproduceert. Wat ik intrigerend vind, is dat de private beveiligers in veel gevallen uit dezelfde groep komen die rijke mensen eng vinden. Ze komen vaak uit lagere sociaaleconomische groepen.’
Frossard: ‘In Recife geldt dat ook. Het zijn vaak mensen uit de groepen waar de politie meestal op focust. Het uniform geeft hen een soort laagje van betrouwbaarheid waardoor mensen hen niet als gevaar zien. Maar ze zijn dit altijd aan het bevechten, omdat ze zich ook bewust zijn van hun eigen kwetsbaarheid. Ze weten dat ze tijdens hun werk moeten oppassen wie ze controleren en tegen wie ze zich aan bemoeien, want ze weten: als mijn werk klaar is ben ik gewoon weer een burger in de bus naar huis.’
Jaffe: ‘Als er in dit soort steden een agent wordt neergeschoten komt er bovendien vaak een massive crackdown, een offensief van de politie, terwijl dat echt niet gebeurt als een private beveiliger wordt vermoord.’

‘De enge persoon in Whatsappgroepen is altijd stereotiep: een man, van bepaalde afkomst, van een bepaalde leeftijd. Die vooroordelen worden steeds gereproduceerd’

Is het ook niet zo dat private beveiligingsbedrijven zich aan minder strenge regels moeten houden? Er is immers veel minder controle op.
Jaffe: ‘In veel landen vinden mensen dat niet per se een probleem. Op Jamaica worden mensenrechten door veel inwoners gezien als rechten van criminelen. Ze zeggen: “Allemaal leuk en aardig die mensenrechten, maar ondertussen is het hier onveilig.”’
Frossard: ‘Ik heb ook onderzoek gedaan naar buurt-Whatsappgroepen. In Nederland zijn dat er bijzonder veel. Ik geef hier nu onderwijs over en studenten zeggen dan: “Mijn ouders in een dorp in Limburg zitten ook in zo’n groep”, terwijl daar nauwelijks criminaliteit plaatsvindt. Maar daar is ook een bewustzijn van: we moeten ons territorium verdedigen tegen indringers. Die Whatsappgroepen zijn interessant, want het geeft antwoord op vragen als: wie hoort er bij, en wie wordt er gezien als een bedreiging?
Die groepen helpen de politie om op een heel laagdrempelige manier informatie op te halen, maar als we het hebben over ongelijkheid is het interessant om te kijken naar wie mensen als bedreiging zien in die groepen. Aangezien er geen democratische controle is op wat er in die groepen gebeurt zie je mensen typen: “Ik zie een eng of een verdacht persoon.” Ze maken een foto en dan is het bijna altijd een stereotiep beeld: een man, van bepaalde afkomst, van een bepaalde leeftijd. Die vooroordelen worden steeds gereproduceerd.’
Jaffe: ‘De politie doet ook aan etnische profilering, maar zij kan nog verantwoordelijk worden gehouden door de politiek, en in de media. Als ze Typhoon aanhouden, dan is er een discussie, dan is er pushback, dan moet de politie reflecteren. Dat ontbreekt volledig in Whatsapp-groepen.
Op die twee manieren wordt ongelijkheid gereproduceerd: enerzijds is er weinig controle op wat private beveiligingsmedewerkers doen, en anderzijds is er weinig aandacht voor hun kwetsbare positie. Ze zijn dus kwetsbaar, maar zijn soms ook onderdeel van het probleem.’