Als je als hoogleraar thuis wordt opgezocht

Ze vermoedde al dat ze ‘een keer aan de beurt zou zijn’. Twee weken geleden orkestreerde het extreemrechtse platform Vizier op Links een aanval op UvA-hoogleraar politicologie Sarah de Lange. ‘Collega’s, bestuurders, de minister, we moeten met zijn allen laten weten dat dit onacceptabel is in een democratische rechtsstaat.’

Het gaat nu wel weer goed met hoogleraar politicologie Sarah de Lange. Het is weer rustig. Geen haatmails meer en geen mails meer met pogingen om een wachtwoord te resetten. ‘Alleen nog een video,’ zegt ze. ‘Gisteren sprak ik bij een bijeenkomst van Studium Generale van de Universiteit Utrecht over het vervagende onderscheid tussen radicaalrechts en extreemrechts. Daar publiceerde Vizier op Links een kort fragmentje uit. Ik denk dat ze willen laten zien dat ze me nog steeds volgen.’

Vakantie

Twee weken geleden werd ze getipt, toen ze met haar gezin met vakantie was. Vizier op Links, een anoniem extreemrechts platform dat met enige regelmaat privé-informatie over Nederlanders die in zijn ogen links zijn openbaart, publiceerde een artikel over De Lange. ‘Ik had er wel rekening mee gehouden dat ze een keer over mij zouden schrijven,’ vertelt ze. ‘Ik krijg regelmatig negatieve reacties als ik in de media ben geweest. En toen ik werd benoemd schreef GeenStijl er een artikel over. Bovendien ben ik op Twitter recent in de bres gesprongen toen Leonie de Jonge, een universitair docent die op hetzelfde onderzoeksterrein werkt, onder vuur werd genomen door Vizier op Links.’

(Lees verder onder de Tweet)

Op een bepaalde manier was ze voorbereid. Het narratief van het verhaal kon ze uittekenen: haar onderzoek naar rechtsradicalisme en extreemrechts zou worden gekoppeld aan haar leerstoel, die wordt betaald door de Wiardi Beckman Stichting. Die stichting is het wetenschappelijk bureau voor de sociaaldemocratie en gelieerd aan de Partij van de Arbeid. ‘Terwijl er geen sprake is van directe beïnvloeding,’ benadrukt De Lange. ‘Er is een onafhankelijk curatorium dat toezicht houdt op de leerstoel, er is een leeropdracht, en het belangrijkste: al mijn onderzoek doe ik volgens academische standaarden.’


Privé-informatie
Wat De Lange niet had voorzien is dat Vizier op Links zoveel privé-informatie kon verzamelen. ‘Ik ben afgelopen zomer getrouwd, en dat heb ik aangekondigd op Twitter. Op basis van die tweet hebben ze bijvoorbeeld de identiteit van mijn echtgenoot achterhaald. En ik heb lang geleden in een interview eens iets gezegd over de middelbare school waar ik op zat. Vizier op Links schreef vervolgens dat ik op dezelfde school zat als Volkert van der Graaf.’

‘Wat vervelender is, was dat onbekenden tientallen keren probeerden sociale media-accounts binnen te dringen. En dat doen ze ’s nachts’

Door haar onderzoek wist ze ongeveer wat ze kon verwachten. ‘Ik had vooral veel hatelijke e-mails verwacht,’ zegt ze. Dat viel achteraf mee. ‘Wat vervelender is, was dat onbekenden tientallen keren probeerden sociale media-accounts binnen te dringen. En dat doen ze ’s nachts. Dus dan word je wakker en zie je in je mailbox vijftig berichten van sociale media dat is geprobeerd om je wachtwoord te resetten.’ Daarnaast schreven onbekenden haar in voor allerlei nieuwsbrieven en mailings.

Het pesten ging vijf dagen door. ‘Ze willen laten zien dat ze met je bezig zijn.’ Daarom werd er gisteren ook weer een video over haar gedeeld, denkt ze.

Rechts-radicalisme
Dat ze zelf onderzoek doet naar de relatie tussen radicaalrechts populisme en academische vrijheid, maakt het moeilijk om over haar eigen ervaringen te spreken, zegt De Lange. ‘Ik heb nu mijn eigen ervaringen, maar deze hoeven niet representatief te zijn voor andere wetenschappers die te maken krijgen met dit soort aanvallen. Ik ben bijvoorbeeld hoogleraar, met een vaste aanstelling. Ik kan me voorstellen dat het voor promovendi of postdoctoraal onderzoekers heel anders is.’

Het enige voordeel vindt ze dat ze zo’n bericht in perspectief kan plaatsen. ‘Uit onderzoeken blijkt dat de extreemrechtse scene in Nederland relatief klein is. Ik kan er afstand van nemen.’ Ze vindt het niettemin een zorgelijke ontwikkeling. Het gebeurt namelijk niet alleen in Nederland, maar overal in de wereld. Bovendien worden relatief veel vrouwelijke wetenschappers aangevallen. ‘De haatcampagnes zijn sterk geseksualiseerd,’ zegt De Lange. ‘Dat zie je overigens niet alleen bij wetenschappers, maar ook bij vrouwelijke politici, of vrouwelijke opiniemakers. Dat heeft in mijn ogen te maken met de veranderende machtsverhoudingen in de samenleving. We moeten niet vergeten dat antifeminisme een van de kenmerken van veel extreemrechtse bewegingen is.’

Actieplan
Ook mannen worden echter onder vuur genomen door anonieme extreemrechtse platforms en accounts. En niet alleen politicologen zijn doelwit, ook wetenschappers die zich bezighouden met migratie, met vaccinaties, of met de coronacrisis. De Vereniging van Universiteiten kondigde daarom afgelopen vrijdag een actieplan tegen online haatcampagnes aan.

Dat is hoog tijd, vindt De Lange. ‘Bedreigingen zijn niet nieuw, maar wat wel relatief nieuw is, is dat er georkestreerde haatcampagnes plaatsvinden. Een platform als Vizier op Links heeft relatief veel volgers. Collega’s van mijn generatie hebben dit langzaamaan zien groeien,’ vertelt de politicoloog. ‘We kunnen het in een soort historisch perspectief plaatsen. Maar jongere wetenschappers schrikken heel erg van de gevolgen, zeker als het een georganiseerde aanval is. Mijn grootste zorg is dat jonge wetenschappers, en dan met name vrouwelijke wetenschappers, zich niet meer in het publieke debat willen mengen, of helemaal niet meer in de wetenschap willen werken. Veel jonge onderzoekers twijfelen daar over.’

Vier onderdelen
Volgens De Lange moet een actieplan in ieder geval vier grote thema’s behandelen. ‘In eerste instantie de publieke, morele steun,’ zegt ze. ‘Ik ben heel dankbaar voor de UvA. De afdelingsvoorzitter, de decaan en het universiteitsbestuur hebben direct contact opgenomen en laten weten dat ze er voor me zijn als ik ergens hulp bij nodig had. Dat is ongelooflijk belangrijk om te voelen dat je er niet alleen voor staat. Daarnaast deed het me veel dat de universiteit dezelfde dag nog op sociale media haar steun uitsprak en de aanval veroordeelde.’

Er kan ook het nodige verbeteren aan juridische ondersteuning, zegt De Lange. ‘Moet je aangifte doen? Is het strafbaar? Is er copyright geschonden? Dat zijn allemaal moeilijke vragen,’ vertelt ze. Vaak begeven dit soort platforms zich namelijk op het randje. ‘Bovendien hebben we gezien dat politieagenten vaak ook niet weten wat ze met dit soort aangiftes moeten.’ Het Nijmeegse gemeenteraadslid Huub Bellemakers werd bijvoorbeeld recent door agenten geadviseerd om zijn Twitteraccount van naam te veranderen, nadat er Vizier op Links-stickers op zijn voordeur waren geplakt.

‘We moeten duidelijk maken dat dit niet kan in een democratische rechtsstaat, en dat dit de academische vrijheid aantast. En niet een keer, maar iedere keer’

Stress
‘Ik denk ook dat er meer aandacht kan zijn voor psychosociale en emotionele steun,’ vindt De Lange. ‘Het is enorm stressvol. Mensen treden je privédomein binnen. Je weet niet wat er komen gaat, en wat ze morgen gaan doen. Ik denk dat het zou helpen als universiteiten beter zouden weten wat de ervaringen van wetenschappers zijn die hiermee te maken hebben gehad. Zo ben je beter voorbereid.’

Het sluitstuk zou volgens De Lange ‘het klassieke veiligheidsbeleid’ moeten zijn. ‘Bij de UvA staat bijvoorbeeld standaard je telefoonnummer op de site. Je moet echt moeite doen om dat eraf te halen. Ik vind dat niet meer van deze tijd. Bovendien publiceert de Kamer van Koophandel nog steeds alle adressen van ondernemers. Heel veel wetenschappers staan ingeschreven bij de KvK, al is het maar omdat ze bestuurslid zijn van een stichting of van een Vereniging van Eigenaren. Of ze hebben een partner die ingeschreven is bij de KvK. Daar zouden wetenschappers beter over moeten worden voorgelicht.’

Grens
De beste manier om dit aan te pakken is volgens De Lange echter aangeven dat dit een grens overschrijdt. ‘We moeten duidelijk maken dat dit niet kan in een democratische rechtsstaat, en dat dit de academische vrijheid aantast. En niet een keer, maar iedere keer. Dat moeten collega’s doen. Dat moeten bestuurders doen, dat moet de minister doen, dat moet iedereen doen.’

Hoewel de meeste haatcampagnes anoniem worden georganiseerd, zou dat volgens De Lange toch de drempel verhogen. ‘Het moet duidelijk zijn dat dit onacceptabel gedrag is. Ik moest de laatste dagen vaak denken aan onderzoek van mijn collega Judith Möller. Zij zegt: er zijn niet echt filterbubbels of echokamers op sociale media, maar kleine groepen krijgen wel het idee dat ze met meer zijn dan ze echt zijn. Dat moeten we doorbreken.’