De UvA kan de toestroom van studenten niet meer aan

Jarenlang zetten universiteiten in op de werving van internationale studenten. Het zou goed zijn voor Nederlandse studenten, en eveneens voor de Nederlandse samenleving. De laatste jaren verandert het beeld. De UvA kan de toestroom van internationale studenten zelfs niet meer aan, waarschuwt ze.

Bestuursvoorzitter Geert ten Dam luidt de noodklok nu de UvA voor het eerst in de geschiedenis meer dan veertigduizend studenten herbergt. ‘De grens is gepasseerd. Wij moeten instrumenten krijgen uit Den Haag om iets aan de toestroom te doen. Dit stopt niet vanzelf.’

De kamermarkt is volledig oververhit, op de Roeterseilandcampus en het Science Park barst de universiteit zowat uit haar voegen, om over de werkdruk voor docenten en ondersteunend personeel nog maar te zwijgen. ‘De UvA kan het niet meer aan,’ zegt Geert ten Dam. ‘Er moet iets gebeuren, het is wishful thinking om te denken dat de groei uit zichzelf zal stoppen.’

10.000 studenten in vijf jaar
Die groei van de UvA gaat snel. Hoewel de universiteit al jaren zegt niet meer te willen groeien, zijn er de afgelopen vijf jaar 10.000 studenten bij gekomen. Inmiddels is bijna 1 op de 3 studenten aan de UvA afkomstig uit het buitenland. Waar het aantal Nederlandse studenten de afgelopen vijf jaar met 6 procent toenam, is het aantal internationale studenten verdrievoudigd.

(Lees verder onder de infographic)

‘Toen de UvA zo’n vijftien jaar geleden begon met het aanbieden van Engelstalige studies hebben we niet kunnen bevroeden hoe groot de instroom van internationale studenten zou worden,’ zegt Ten Dam. ‘Dat is met de kennis van nu misschien naïef geweest.’

Maar de universiteit loopt er nu tegenaan dat ze te weinig sturingsinstrumenten heeft. ‘De international classroom, waarin zowel internationale studenten als Nederlandse studenten onderwijs volgen, heeft ook een grote aantrekkingskracht op Nederlandse scholieren. Daar willen we niet mee stoppen,’ zegt ze. ‘We willen de internationalisering van de universiteit ook niet terugdraaien. Dat is niet in het belang van studenten.’

Botte bijl
De enige andere beschikbare optie is volgens Ten Dam ‘de botte bijl’: de numerus fixus voor een hele opleiding. Bij zo’n studentenstop mag de UvA echter geen onderscheid maken tussen een Nederlandse en Engelse track, of tussen Nederlandse en buitenlandse studenten. ‘Dat brengt het risico met zich mee dat Nederlandse studenten verdrongen worden.’

‘Studies kunnen alleen nog maar onder stringente voorwaarden tweetalig worden’

De UvA lobbyt al vier jaar voor ‘instrumenten’ om de ‘instroom te sturen’. In haar diestoespraak van 2018 opperde rector magnificus Karen Maex al dat er grenzen aan de groei moesten worden gesteld. Ingrid van Engelshoven, de huidige demissionaire minister van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap, had daar een plan voor: een numerus fixus voor zogenoemde tracks binnen een studieEen tweetalige studie bestaat uit twee tracks: een Nederlandstalige en een Engelstalige. Door een fixus op een van die tracks in te voeren kunnen alle studenten die Nederlands spreken sowieso beginnen aan de Nederlandstalige variant, terwijl de studenten die in het Engels college willen volgen een selectieprocedure moeten doorlopen.. Nadat het kabinet begin dit jaar viel is dat voorstel echter in de ijskast gezet.

Zachte hand
Dat is Ten Dam tegen het zere been. ‘Na vier jaar zijn we niets opgeschoten. We hebben die wettelijke middelen nodig.’ In de tussentijd ontplooit de UvA zelf initiatieven: zo wordt van studenten in de medezeggenschap bijvoorbeeld verwacht dat ze de Nederlandse taal te leren. ‘In lijn met ons taalbeleid gaan we duidelijker communiceren dat we tweetalig zijn, en dat we verwachten dat internationale studenten integreren in de stad en de Nederlandse samenleving. Daar hoort de taal bij. Dat is ook nog eens goed voor de stay rate, in goed Engels.’

Daarnaast gaat de UvA internationale studenten afraden naar Amsterdam te komen wanneer ze niet vooraf een kamer hebben gevonden. Het zijn zachte middelen, die waarschijnlijk niet direct een grote afname van de toestroom tot gevolg hebben.

‘We overwegen om zelfstandig een fixus voor Engelstalige tracks in te stellen. Dan mag de minister ons komen vertellen dat het niet mag’

Stringent toezicht
De UvA heeft in het verleden veel vrijheid gelaten aan faculteiten en studies om de voertaal te kiezen. Ook daarop gaat men strenger toezien. ‘Het is geen geheim dat studies in het verleden soms te snel zijn overgestapt op het Engels,’ zegt Ten Dam. ‘Studies kunnen vandaag de dag alleen nog maar onder stringente voorwaarden de voertaal wijzigen. Daarbij moeten we overigens ook niet vergeten dat sommige kleine opleidingen, bijvoorbeeld bij Geesteswetenschappen, voor hun voortbestaan misschien wel afhankelijk zijn van een Engelstalig onderwijsaanbod.’

Bovendien gaat het college ‘heel kritisch in gesprek’ met faculteiten die nog werven in het buitenland. Hoewel er niet meer centraal geworven wordt, gebruikt de Faculteit Economie & Bedrijfskunde bijvoorbeeld nog wervingsbureau’s en -agenten in het buitenland. Een oekaze komt er echter niet.

‘Er zijn verschillende redenen om de blik te richten op studenten uit het buitenland. Een meer diverse instroom is er daar een van. Bètadecaan Peter van Tienderen wil bijvoorbeeld nadrukkelijk dat ook studenten uit Afrikaanse landen de kans moeten krijgen om aan de UvA te kunnen studeren. Daar kan ik begrip voor opbrengen.’

Wat gebeurt er als de instrumenten uitblijven en de toestroom blijft groeien? ‘Dan keert de wal het schip. We overwegen in dat geval om zelfstandig een fixus voor Engelstalige tracks in te stellen, in plaats van voor de hele studie. Dan mag de minister ons komen vertellen dat het niet mag.’