In de UvA-jaarrekening stuitte ik in de zomer van 2018 op een interessant feit: de UvA loopt dit jaar een financieel risico dankzij een renteswap. Tijdens het onderzoek blijkt er meer aan de hand: de UvA is bezig zich van de swaps te ontdoen.
De UvA is van vier van haar negen zogeheten renteswaps af. Daardoor wordt de financieringsstructuur van de universiteit versimpeld. Over de overige renteswaps onderhandelt de UvA nog met de banken.
Renteswaps zijn een middel om het risico van een variabele marktrente te beperken. De lener, in dit geval de UvA, spreekt af dat hij een lening met een variabele rente aangaat, maar tegelijkertijd ruilt – of ‘swapt’ – ze die variabele rente tegen een vaste rente. Zo worden de risico’s van renteschommelingen verkleind. De UvA betaalt aan de bank dus een vaste rente, terwijl ze in de boeken een lening met variabele rente heeft staan.
Deze vier renteswaps worden nu vervangen door reguliere leningen ter waarde van 90 miljoen met een vaste rente, waardoor de UvA beschermd is tegen een hoge rente. Het gaat om de vier swaps die de UvA bij de Bank Nederlandse Gemeenten had.
De UvA stelt dat die omzetting voor de universiteit gratis is en er dus geen boetes of transactiekosten worden betaald. De rente die de universiteit op basis van het swapcontract nog gedurende de looptijd moest betalen aan de bank, wordt ondergebracht in een reguliere lening van 90 miljoen (het bedrag van de swaps) met een vaste rente die even hoog was als de rente op de swaps.
Het is een belangrijk signaal dat de UvA zich niet meer met ondoorzichtige, moeilijk te begrijpen financiële constructies wil bezig houden
De universiteit heeft op korte termijn ook geen financieel voordeel bij de omzetting, maar de financieringsstructuur van de UvA is hiermee wel versimpeld. Bovendien is het een belangrijk signaal dat de UvA zich niet meer met ondoorzichtige, moeilijk te begrijpen financiële constructies wil bezig houden.
De commissie-Financiën & Huisvesting [een commissie van financiële experts die naar aanleiding van de Maagdenhuisbezetting de financiële situatie van de UvA kritisch tegen het licht hield. Hier is haar volledige rapport te lezen, HS] oordeelde in 2016 al dat het achteraf gezien niet de slimste zet was om renteswaps af te sluiten. De leningen die de UvA had waren namelijk relatief goedkoop, maar werden door de swaps in sommige gevallen duur. De commissie adviseerde de UvA dan ook met de banken om tafel te gaan om opnieuw over de swaps te onderhandelen. Dat is nu voor een aantal swaps gelukt.
Grote nieuwbouwplannen
De UvA begon vlak na 2000 met het afsluiten van grote leningen en bijbehorende renteswaps. Die leningen had de UvA nodig omdat ze ingrijpende nieuwbouwplannen had. Dat was niet zonder reden. Tot 1995 was de overheid de eigenaar van de universiteitsgebouwen [N.B. Dit gold niet voor de Vrije Universiteit, de Radboud Universiteit en de Universiteit van Tilburg. Zij zijn bijzondere universiteiten en niet opgericht door de overheid, maar door een particuliere stichting, HS] in Nederland. Ze ging daarmee ook over het vastgoedbeleid van de universiteiten. Dat was niet meer van deze tijd, vonden zowel de universiteiten als de grote politieke partijen in de jaren negentig, en dus kregen de universiteiten hun gebouwen cadeau: gratis en voor niets.
Voor sommige universiteiten was dat goed nieuws: universiteiten met een gloednieuwe campus als de Universiteit Tilburg of de Universiteit Maastricht bijvoorbeeld. De UvA kwam er bekaaider vanaf: veel panden in de binnenstad waren eeuwenoud, monumentaal en daardoor duur in onderhoud. Daarnaast waren veel van de panden, zoals het oude Acta-gebouw en veel gebouwen die op Roeterseiland stonden, toe aan groot onderhoud of rijp voor de sloopkogel. In feite kreeg de UvA een kat in de zak cadeau van de minister.
Daarom besloot de UvA om een groot en ambitieus huisvestingsplan op te stellen. Dat werd in 1998 gepresenteerd. Tussen 2000 en 2015 zou er op vier campussen (Roeterseiland, Binnengasthuisterrein, AMC, Science Park) worden gebouwd en gerenoveerd. Dat zou moeten leiden tot minder exploitatie- en onderhoudskosten.
Geld lenen
Om de verbouwingen te bekostigen leende de UvA bij de banken. De UvA verwachtte dat ze in totaal 525 miljoen euro moest lenen voor alle bouwplannen. Om het risico te beperken probeerde de UvA de rentekosten onder de 5 procent te houden.
De universiteit sloot allereerst een langlopende lening van 115 miljoen euro af. Op advies van de bank besloot de UvA te kiezen voor een flexibele lening, een zogenoemde ‘roll-over-lening’. Volgens de bank was dat slim, omdat de UvA nog niet precies wist wanneer ze welk bedrag nodig zou hebben. Zo’n roll-over-lening is het best te vergelijken met rood staan bij de bank. De UvA kon tot het maximum van 115 miljoen euro steeds losse bedragen opnemen en kreeg niet – zoals bij een vaste lening – ineens een bedrag van 115 miljoen euro bijgestort.
Aangezien het om zeer grote bedragen gaat, was het voor de UvA belangrijk dat ze de renterisico’s kon beheersen. Op advies van de bank sloot de UvA daarom zogenoemde renteswaps af. Daarmee ruilde de UvA voor een vast bedrag per jaar de variabele rente op haar roll-over-lening tegen een vaste rente.
De UvA koos – wederom op advies van de bank – voor forward starting swaps. Dat betekent dat de UvA besloot al renteswaps af te sluiten die op een bepaald moment in de toekomst ingaan, omdat de UvA verwachtte op dat moment leningen af te gaan sluiten.
Vertraagde bouwplannen
Ondertussen liepen de bouwplannen van de UvA vertraging op. Succesvolle rechtszaken van buurtbewoners gooiden roet in een snelle renovatie en bouw op het Binnengasthuis, temeer omdat de rechtszaken zelf jaren duurden. De verhuizing van de rechtenfaculteit naar Roeterseiland vond bovendien veel later plaats dan gepland en zorgde ervoor dat ook elders vertragingen optreden, zoals bij de ombouw van de Oudemanhuispoort. Ook onenigheid over de locatie van de nieuwe universiteitsbibliotheek vertraagde de plannen.
De renteswaps van de UvA begonnen in 2003 echter al te lopen, waardoor de universiteit de renterisico’s had afgekocht voor leningen die ze nog niet had. Dat heet in vaktermen een ineffectieve hedgepositie: er is risico afgedekt dat niet bestaat. Bovendien bleek de UvA achteraf bezien op de momenten dat ze daadwerkelijk ging bouwen minder geleend geld nodig te hebben dan ze dacht. Dat werd veroorzaakt doordat de universiteit een aantal vette jaren kende en ze daardoor zelf meer geld in kas had.
De renteswaps liepen echter al, waardoor de UvA achteraf gezien meer kosten heeft moeten maken dan nodig was, zo oordeelt ook de commissie-Financiën & Huisvesting in 2016. Door de swaps was de UvA immers min of meer genoodzaakt om geld te lenen (en rente te betalen), ook al had ze die leningen misschien niet nodig. Die ineffectiviteit is in de loop der tijd afgenomen. Op dit moment is de hedgepositie van de UvA slechts voor een zeer beperkt deel ineffectief.
Negatieve waarde
De rente op de kapitaalmarkt heeft sinds de financiële crisis in 2008 een duikvlucht genomen. Geld lenen was zo mogelijk nooit goedkoper dan nu, maar daar profiteert de UvA niet van mee omdat ze haar variabele rente heeft geruild tegen een vaste rente.
Daardoor is de marktwaarde van de swaps negatief geworden: mocht de UvA de swaps willen verhandelen of verbreken, dan zal ze er geld op toe moeten leggen. Die negatieve marktwaarde van de swaps varieert van ruim zes ton tot bijna 15 miljoen euro, afhankelijk van de afgesproken rente, het geleende bedrag en de looptijd. Dat is op zich geen groot probleem: enkel wanneer de bank of de universiteit in grote financiële problemen komt kunnen er omstandigheden ontstaan waaronder de swaps gebroken mogen worden. Het kan wel verklaren waarom de banken weinig zin hadden om te onderhandelen over de swaps.
Min vier miljoen euro
Overigens liep de UvA dit jaar in het bijzonder risico met de swaps. Swap 288 met de huisbankier van de UvA, de Deutsche Bank, heeft namelijk een zogenoemde breaking clausule. Halverwege de looptijd, vijf jaar na het aangaan van de swap in 2013, mogen beide partijen de swap vroegtijdig beëindigen. Dat is dit jaar en om precies te zijn: vandaag, maandag 3 december 2018. De swap wordt in dat geval ‘afgewikkeld tegen de waarde op dat moment’. Die waarde was op 31 december van vorig jaar -3.946.600 euro. Min vier miljoen euro dus. Een klein bedrag op de volledige leningenportefeuille van de UvA, desalniettemin kan het in deze tijden beter besteed worden.
De UvA kan echter opgelucht ademhalen. De universiteit had al eerder laten weten dat ze de breaking clausule niet wilde activeren, en de Deutsche Bank is – als ze dat al wilde – te laat, aldus een woordvoerder.
Het was sowieso de vraag of de Deutsche Bank, als huisbankier van de UvA, dat had gedurfd. Een grote vaste klant opzadelen met een rekening van vier miljoen euro is niet goed voor de klantenbinding. Desalniettemin zal er op het Maagdenhuis een zucht van verlichting hebben geklonken.