Soms begint een verhaal op een totaal ongeloofwaardige manier. Dit is zo’n verhaal. Bij Folia verhuisden we naar een andere ruimte. Tijd om op te ruimen dus. In mijn ladeblokje vond ik een USB-stick die ik niet kende. Ik stopte hem in mijn computer en zag dat er een document van een van de vorige gebruikers van dat kastje op stond. Het ging over ene Marco van der Leij. Ik googelde zijn naam, en stuitte op een geweldig verhaal.
Jarenlang schreef Marco van der Leij publicaties in wetenschappelijke toptijdschriften. Totdat hij begon aan ‘een spirituele ontdekkingsreis’. Anderhalf jaar geleden verruilde hij de UvA voor Brussel, om er een opleiding tot pater in de katholieke kerk te volgen. ‘Ik heb er heel lang over nagedacht. Is dit wat God van mij wil?’
Marco van der Leij (44) komt in beheerste pas de granieten trap van zijn Brussels huis aflopen. ‘Dat is een van de vele dingen die ik van mijn novicenmeester heb geleerd,’ zegt hij. ‘Op de UvA was ik altijd gewend om de trappen af te rennen om op tijd bij een college of een vergadering te zijn.’ Zijn novicenmeester, die toevallig langsloopt, glimlacht breeduit: ‘Wij konden altijd horen dat Marco de trap af kwam.’
Het is nu anderhalf jaar geleden dat Van der Leij de Amsterdam School of Economics inruilde voor het noviciaat: de opleiding tot broeder in de katholieke kerk. In de Brusselse deelgemeente Elsene woont hij met vier andere broeders in een speciaal gerenoveerd appartementencomplex, tegenover een grote kerk. Het is een volgende grote stap in wat Van der Leij zijn ‘spirituele ontdekkingsreis’ noemt.
Spirituele ontdekkingstocht
Die ontdekkingstocht begint in 2009 in Cambridge, waar hij werkt als docent economie. Na een proefschrift en een aanstelling in Utrecht en het Spaanse Alicante lijkt met zijn contract bij een van de meest vermaarde universiteiten een glansrijke wetenschappelijke carrière in het vooruitzicht te liggen. Hoewel hem op papier alles voor de wind lijkt te gaan, heeft Van der Leij dat gevoel niet. Hij spreekt over ‘een moeilijke tijd’ waarin hij worstelt met ‘psychische problemen’.
‘Mijn eerste dienst was overweldigend. Er werd gezongen: “God heeft je vergeven.” Die woorden maakten me ongelooflijk emotioneel’
‘Ik zag in Cambridge een boek over het boeddhisme en – ik weet eigenlijk nog steeds niet goed waarom – dat ben ik gaan lezen.’ Hij heeft er geen hoge verwachtingen van, maar hij is zoekende. ‘Ik had verwacht dat het heel zweverig zou zijn, maar het was juist heel praktisch. De morele principes spraken me aan, het ging over goed doen.’ Van der Leij sluit zich aan bij een meditatiegroep. ‘Dat was echt een openbaring. Ik ontdekte een innerlijke wereld die ik nog niet kende.’
Het bezoek aan de meditatiegroep wordt een gewoonte, ‘je gaat meedoen met retraites, het is net als bij een studentenvereniging, je rolt er steeds meer in’. Na een jaar in Cambridge komt Van der Leij terug naar Nederland. Niet veel later krijgt hij een aanstelling aan de Universiteit van Amsterdam, waar hij zich gaat focussen op complexe financiële netwerken.
Bijbelstandje
‘Ik begon meer open te stellen voor religies, merkte ik. Toen ik op een zaterdag door de stad liep, zag ik daar een Bijbelstandje met wat mensen. Normaal gesproken was ik daar altijd langs gelopen in de hoop dat ze geen gesprek konden beginnen, maar nu maakte ik zelf een praatje. Die mensen boden me ter afscheid een Nieuw Testament aan.’
Het is zijn eerste contact met het christendom. Zijn vader is van huis uit christelijk, maar niet meer belijdend, zijn moeder is ongelovig opgevoed. In Amsterdam vindt hij een huis in de Bijlmer. Op weg naar zijn metrostation loopt hij iedere dag langs het gebouw van een Pinkstergemeente. ‘Op een dag ging ik gewoon een keer naar binnen tijdens een dienst. Dat was overweldigend. Er werd gezongen: “God heeft je vergeven.” Dat had ik destijds nodig. Mijn relatie was net verbroken, en dat was voor een belangrijk deel aan mij te wijten. Die woorden maakten me ongelooflijk emotioneel.’
Evolutieleer
Uiteindelijk blijkt de Pinkstergemeente te radicaal. De ontkenning van de evolutieleer is voor Van der Leij een brug te ver. Hij gaat in plaats daarvan de Sint-Nicolaaskerk tegenover het Centraal Station bezoeken. Tegelijkertijd blijft Van der Leij actief in de boeddhistische gemeenschap. ‘Ik heb dat eigenlijk nooit als iets exclusiefs gezien. Als atheïst was mijn grootste bezwaar tegen religies dat er zoveel waren, en dat ze allemaal dachten de waarheid in pacht te hebben. Nu zie ik dat ze proberen dezelfde waarheid te verwoorden, maar dat ze dat allemaal op hun eigen manier doen. De mens is beperkt, we zoeken naar woorden om het onzegbare onder woorden te brengen.’
Naast zijn werk aan de Faculteit Economie & Bedrijfskunde gaat Van der Leij steeds meer tijd besteden aan religie. Als hij besluit om een cursus te gaan doen, heeft hij het gevoel toch te moeten kiezen. ‘Zowel bij de boeddhistische Leven in Aandacht-groep als bij de christelijke Alpha-cursus in de Nicolaaskerk waren er heel liefdevolle mensen. Dat is voor mij ook een bevestiging van de kern van mijn geloof: God is liefde.’ De keuze maakt hij uiteindelijk om een ‘vrij banale reden’: de Nicolaaskerk is veel beter te bereizen dan de boeddhistische groep bij het Surinameplein.
In 2013, vier jaar na het begin van zijn spirituele ontdekkingsreis, ontvangt Van der Leij in de Sint-Nicolaaskerk het doopsel, zijn vormsel en de eucharistie. Daarmee wordt hij lid van de katholieke kerk. De jaren erna verdiept hij zich steeds meer in het katholicisme. Naast de Sint-Nicolaaskerk begint hij de Begijnhofkapel in het centrum van Amsterdam te bezoeken, waar hij in aanraking komt met de Congregatie van het Heilig Sacrament.
Bedevaart
Hij gaat zelfs op bedevaart naar het Italiaanse Assisi. ‘Daar dacht ik: ik moet het voorbeeld van de heilige Franciscus volgen, ik moet priester worden en misschien wel net zoals hij letterlijk mijn mantel aan een bedelaar geven. Maar als je dan een week later weer op Roeterseiland zit en geconfronteerd wordt met de bezigheden van alle dag, dan is die gedachte veel minder sterk aanwezig. Het kwam in golven.’
Door de tijd die Van der Leij aan het geloof besteedt wordt het steeds moeilijker om aan de absolute wetenschappelijke top mee te draaien. ‘Als je echt wil doen wat al die referees van journals willen, dan moet je daar gewoon heel veel tijd in steken. Vroeger was ik zo gewijd aan mijn werk, dat ik dat ook deed. Maar die tijd wilde ik er niet meer voor vrij maken. Daardoor lukte het me niet meer om die toppublicaties binnen te halen.’
‘Er zijn zoveel goede economen in de wereld, maar er is een groot tekort aan goede jonge mensen in de kerk’
Zoveel goede economen
Er is niet echt een moment geweest waarop hij de knoop doorhakte. ‘Ik heb er heel lang over nagedacht. Is dit wat God van mij wil? Waar komen mijn talenten het best tot hun recht? Wat is mijn roeping?’ Door zijn spirituele ontdekkingsreis veranderde zijn visie op wat goed en nuttig is. ‘Ja, de optimale allocatie van economische bronnen is belangrijk voor de samenleving. Maar er zijn zoveel goede economen in de wereld. Er is een groot tekort aan goede jonge mensen in de kerk. Als mensen God kunnen ervaren helpt dat hen en de samenleving enorm.’
Van der Leij koos voor het noviciaat, en daarmee voor het spirituele pad. ‘Ik ben nu weer leerling, en straks student.’ Hij voelt het verlangen om pater te worden, maar sluit ook niet uit dat hij ooit nog in de wetenschap terugkeert. ‘Als ik hier in de bibliotheek theologische teksten lees, komen er soms nog onderzoeksideeën op. Ik heb ook nog steeds contact met een experimenteel econoom, met wie ik goed bevriend ben. Laatst hadden we een discussie over of het mogelijk is om in de speltheorie rekening te houden met rationele keuzes bij de vorming van beliefs. Speltheoretici gaan ervan uit dat mensen in onzekere situaties een kansverdeling maken over het verloop van het spel, de zogenaamde beliefs, aan de hand van wat ze tot dan toe in het spel hebben waargenomen. In heel veel spelsituaties is het echter niet mogelijk om de beliefs eenduidig uit de waarnemingen te bepalen, en speltheoretici tasten dan in het duister. Maar wat als mensen hun beliefs zo kiezen dat het tot de voor hen beste uitkomst leidt?’
In zijn ogen kunnen wetenschap en religie dan ook prima samengaan. ‘In de Pinkstergemeente werd het als een conflict gezien, en als je de Bijbel heel letterlijk neemt is er ook een conflict. Als je de teksten heel beperkt interpreteert, zoals de katholieke kerk in de middeleeuwen deed, is er een conflict. Vroeger zag ik het geloof als onwetenschappelijk en nutteloos, maar ik heb ervaren dat het geloof mij juist een beter en liefdevoller mens heeft gemaakt.’
‘Wetenschap gaat voor mij over wat we kunnen zien en wat we kunnen waarnemen en wat we daaruit kunnen afleiden. Maar als wetenschapper, en zeker als econoom, snap ik dat we heel weinig echt weten. Wat doe je met het gedeelte waarvan je niets weet? Dat is moeilijk in menselijke woorden te vatten en daarbij kan religie helpen.’
Een verlies
Toen hij zijn vertrek in Amsterdam aankondigde kreeg hij van zijn voormalige collega’s aan de universiteit ook geen negatieve reacties. ‘Mijn hoogleraar vond mijn vertrek wel een verlies voor de wetenschap, maar verder vonden veel mensen het vooral een moedige stap.’
Als Van der Leij door het huis aan de Waversesteenweg loopt, en op zijn gezwinde pas let, mist hij zijn collega’s soms wel. ‘Het werken in teams, het samenwerken aan grote problemen, dat heb ik altijd fijn gevonden. Hier is het leven, zeker als novice, een stuk individueler. Ik zie mijn broeders bij de eucharistieviering, tijdens het gebed, en bij het eten. Daarbuiten is iedereen toch best wel op zichzelf.’
Dat heeft ook te maken met de congregatie die Van der Leij koos, die van het Heilig Sacrament. In die congregatie is er veel tijd voor stille aanbidding. Daarbij bidden de gelovigen in stilte voor de eucharistie. ‘Een keer dacht: ik zit hier een uur in stilte voor een stukje brood te bidden. Die gedachte leidde tot een soort spirituele kortsluiting in mijn hoofd: het besef dat het lichaam van Christus, dat het hele universum daarin zit. Ergens vind ik dat idee geweldig.’